Zzp'er

Uit SchuldhulpHulp
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een zzp'er vergt een andere aanpak dan een gewoon gezin. Er zijn andere fiscale regels, de schuldhulpverlening vindt op een andere manier plaats dan bij een gezin en de regelingen in geval van een ta laag inkomen . Kern van het verschil zit hem in de volgende punten:


zzp'er Een natuurlijk persoon
1 Heeft winst (of verlies) Heeft inkomen
2 Dient een financiële administratie te voeren om het resultaat te bepalen Loonadministratie wordt door de werkgever uitgevoerd
3 Staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Staat niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
4 Betaalt geen sociale premies zoals WW, WIA(WAO) etc. Betaalt sociale premies en kan gebruik maken van regelingen als WW, WIA(WAO) etc.
5 Betaalt belasting over de winst en heeft andere fiscale maatregelen Dient loonbelasting en sociale premies te betalen
6 Valt bij schulden onder de BBZ Valt onder de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening
7 Kan mits geboren voor 1/1/1960 of ouder dan 55 een aanvulling krijgen op zijn inkomen of een gift/krediet voor investeringen. Kan gebruik maken van de Participatiewet

Hieronder wordt dit per punt toegelicht

Winst/Verlies <-> Inkomen (1)

Eenzzp'er voert opdrachten uit en krijgt hiervoor een vergoeding, de omzet. Deze omzet wordt na aftrek van kosten en andere aftrekposten die samenhangen met de opdracht fiscaal belast, waarover uiteindelijk inkomstenbelasting/premie zorgverzekeringswet dient te worden betaald. Het inkomen wordt dus op een andere manier bepaald in vergelijking met iemand die in loondienst is. Deze laatste krijgt loon. De werkgever houdt premies/belastingen in en betaalt een nettoloon uit.

Administratie (2)

Teneinde het resultaat te bepalen is het dus van belang een deugdelijke administratie te voeren. Kosten die samenhangen met het uitgevoerde werk dienen te worden bijgehouden om de winst vast te stellen. Daarbij gelden dan speciale fiscale regels, zoals het verschil bijhouden tussen ontvangen en betaalde BTW en deze ieder kwartaal afdragen.

Kamer van koophandel (3)

Teneinde die BTW te kunnen afdragen dient de zzp'er ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel. Hij krijgt dan een BTW-identificatienummer (dat wordt vermeld op de factuur aan de opdrachtgever, zodat deze de betaalde BTW onder dat nummer kan noteren) en een omzetbelastingnummer (dat is het BSN meestal met B01 erachter) dat gebruikt wordt voor de aangifte van het verschil tussen ontvangen en betaalde BTW.

Sociale premies/Premies volksverzekeringen (4)

Voordat we ingaan op de fiscale aspecten, behandelen we eerst de sociale premies. Een werknemer in loondienst betaalt sociale premies en is daarmee gedekt tegen inkomensverlies bij bijvoorbeeld ontslag (WW) of arbeidsongeschiktheid (WIA). Een zzp'er betaalt in feite alleen belasting/premies volksverzekering (AOW bijvoorbeeld) en kan hierdoor geen recht doen gelden op de financiële vangnetten bij inkomensverlies. Hij kan zich hiervoor wel particulier, d.w.z. bij een verzekeringsmaatschappij verzekeren, maar is hiertoe niet verplicht. Heeft een zzp'er geen opdrachten en daardoor geen inkomsten meer, dan kan hij geen gebruik maken van de sociale verzekeringen zoals WW of WIA. Premies volksverzekeringen zoals AOW, ANW (Algemene Nabestaandenwet) en WLZ (Wet langdurig zieken) gelden voor iedereen en dus ook voor de zzp'er.

Belastingregime (5)

Zoals gezegd geldt er een ander regime voor het bepalen van de belasting:

  • Afdracht BTW
  • Bepalen inkomen

Afdracht BTW

Een zzp'er brengt bij zijn opdrachtgever BTW in rekening (soms zijn er uitzonderingen, maar die laten we even buiten beschouwing) en betaalt BTW over de materialen die hij gebruikt voor zijn opdracht. Ieder kwartaal dient de zzp'er een overzicht van in rekening gebrachte en betaalde BTW aan de belastingdienst te sturen. Het verschil ertussen, als er meer BTW is ontvangen dan is betaald, dient hij af te dragen aan de belastingdienst. Is er meer BTW betaald dan ontvangen, dan keert de fiscus dit uit. Wordt aan deze informatieplicht niet voldaan, dan legt de belastingdienst ambtshalve een BTW-aanslag op die meestal te hoog is en wordt verhoogd met een boete. Dat herstellen kan door alsnog aangifte te doen, waarbij de belastingdienst op basis van de aangeleverde gegevens alsnog de juiste aanslag oplegt. De boete blijft in dat geval wel bestaan.

Bepalen inkomen

Het inkomen van een zzp'er wordt anders bepaald dan bij iemand die in loondienst is. Allereerst worden er geen sociale premies (zoals premie WW, WIA etc.) ingehouden en kan hij de kosten die hij maakt voor de opdrachten aftrekken van zijn omzet. Wel betaalt een zzp'er premies volksverzekering zoals AOW/ANW etc. Het verschil tussen omzet en kosten is het inkomen. Bij beide geldt dat hierbij de bedragen van toepassing zijn exclusief de ontvangen en betaalde BTW, want dat verschil moet de zzp'er sowieso afdragen aan/ terug ontvangen van de belastingdienst.


Voorbeeld:

Omschrijving      
Omzet (excl. BTW)   € 100.000  
Kostprijs materialen (excl. BTW) -€ 40.000    
Overige kosten (excl. BTW) - € 3.000    
Totale Kosten   - € 43.000  
Winst uit onderneming     € 57.000
Fiscale aftrekposten vanuit de onderneming     - € 16.100
Belastbaar inkomen     € 40.900
  • Een meer gedetailleerd voorbeeld kun je hier lezen.
  • Welke kosten mogen worden afgetrokken is in het algemeen het moeilijkst te bepalen en zal de zzp'er moeten aantonen. Is dit te ruim in relatie tot bijvoorbeeld de omzet, dan zal dit gefundeerd moeten worden onderbouwd (zie hier)
  • Het belastbaar inkomen tenslotte gebruikt de zzp'er om als natuurlijk persoon aangifte inkomstenbelasting te doen. Dat gebeurt wel op een andere wijze en wordt in de volgende paragraaf uitgelegd.

Bepaling belastbaar inkomen (5)

Aangifte inkomstenbelasting

De zzp'er doet aangifte als ondernemer en start met de winst uit onderneming (zie hierboven), voert de hierboven opgevoerde fiscale aftrekposten op evenals de gebruikelijke aftrekposten zoals de hypotheekrenteaftrek en bijvoorbeeld de premie voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarna de te betalen belasting wordt bepaald. Uiteindelijk stelt de belastingdienst de belastingaanslag/premies volksverzekeringen vast.

Aanslag zorgverzekeringswet

Daarnaast ontvang de zzp'er een aanslag zorgverzekeringswet voor het betalen van het “werkgeversgedeelte” van de zorgpremie (bij mensen in loondienst wordt dit bedrag door de werkgever betaald). Dit bedrag wordt bepaald op basis van het bedrag “Winst uit onderneming” (zie hierboven). Deze wordt berekend op basis van de aangifte inkomstenbelasting.

Incasso

Het bedrag van de aanslag zal de zzp'er uiteindelijk in het jaar volgend op het jaar waarop de omzet is gemaakt moeten betalen. Het is dus aan te raden om een deel van de omzet die de zzp'er in een jaar ontvangt te reserveren om daarmee de belastingaanslag in het volgend jaar te betalen. Meestal gaat de belastingdienst op een bepaald moment over tot incasso van de inkomstenbelasting/zorgverzekeringswet gedurende het jaar (door middel van een voorlopige aanslag) waarin de inkomsten ontstaan. Het jaar erop wordt dan de definitieve aanslag bepaald waarbij de al betaalde bedragen in het jaar ervoor worden afgetrokken. In het eerste jaar dat dit gebeurt is er dus sprake van een inhaaleffect en betaalt de zzp'er twee keer belasting: namelijk over het lopende jaar de voorlopige aanslag en daarnaast de aanslag over het voorgaande jaar. Dit geld voor zowel inkomstenbelasting als de aanslag zorgverzekeringswet.

Schulden of achterstanden (6)

Voor ondernemers geldt een andere regeling bij een laag inkomen of het saneren van schulden als voor natuurlijke personen. Dit is het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (BBZ). Deze regeling biedt mogelijkheden, maar de toegang is zonder meer moeilijk. Weigergronden voor toelating tot de BBZ zijn:

  • Te hoog (gezins)inkomen buiten de onderneming
  • Arbeidsongeschiktheid
  • Ondernemingsactiviteiten niet in Nederland

Hieronder de mogelijkheden als de zzp'er voldoet aan de criteria voor toelating.

Schulden en achterstanden

De BBZ biedt in geval van schulden de mogelijkheid na te gaan of het bedrijf van de zzp'er rendabel is. De kosten hiervoor kunnen worden gefinancierd vanuit de BBZ via een krediet. De gemeente zal in dat geval eerst beoordelen of het bedrijf rendabel te maken is of niet en op basis hiervan besluiten. Dit gebeurt op basis van de volgende overzichten/stukken:

  • Deugdelijke administratie zoals Verlies- en Winstrekening en Balans over de afgelopen jaren
  • Overzicht van de privé-uitgaven (hiervoor kan het budgetplan worden gebruikt)
  • Overzicht van de schulden (let op dat ook de schuld van de belastingdienst is vastgesteld, met andere woorden: dat er geen sprake is van een ambtshalve of voorlopige aanslag)
  • Businessplan waaruit de levensvatbaarheid van de onderneming blijkt

Mocht een zzp'er een levensvatbare onderneming hebben, dan kan worden overgegaan tot het saneren van de schulden. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • De uitgangspunten van het Vrij te Laten bedrag worden gebruikt om te bepalen welk deel van de winst gebruikt kan worden voor het aflossen van de schulden en om van te leven
  • De termijn voor het oplossen van de schulden bedraagt in dit geval drie (soms vijf) jaar in geval van een krediet door de gemeente of door het bedrag voor aflossen bij elkaar te sparen (spaarsanering) en uiteindelijk aan de crediteuren uit te keren
  • Er wordt getracht via een minnelijke regeling tot een schuldregeling te komen met de crediteuren. Eventueel kan ook worden getracht dit via een dwangakkoord bij de rechter voor elkaar te krijgen, als er een goede kans van slagen is.

Alternatieve oplossing

Wat als het voorstaande niet lukt? In dat geval is het het beste te stoppen als zzp'er. Dan wordt de zzp'er een natuurlijk persoon en kan de ex-zzp'er een beroep doen op de gemeentelijke schuldhulpverlening en Participatiewet. Ook dan is dit nog wel een moeilijke weg, omdat zakelijk het bedrijf dient te worden afgesloten inclusief de bewijsstukken daarvan zoals een deugdelijke administratie en dat is meestal niet mogelijk. De stappen die in dat geval dienen te worden ondernomen zijn:

  • Uitschrijven bij de KVK
  • Eindafrekening maken van de onderneming, dat wil zeggen stakingsbalans (overzicht eigendommen en schulden) en een verlies en winstrekening opmaken bij de beëindiging van het bedrijf (deze worden ook gebruikt bij de aangifte belasting)
  • Inschrijven als werkzoekende bij het UWV. De klant zal worden afgewezen, waarna een beroep kan worden gedaan op deParticipatiewet bij de gemeente
  • In geval van problematische schulden aanmelding bij de gemeentelijke schuldhulpverlening

Inkomen uit onderneming te laag (7)

Mocht het inkomen uit de onderneming te laag zijn dan kan gebruik worden gemaakt van de regeling "Bijstand voor Zelfstandigen" of IOAZ in geval van bedrijfsbeëindiging, Deze regeling biedt de mogelijkheid aan oudere ondernemers om een aanvulling te krijgen op het inkomen of bij bedrijfsbeëindiging een uitkering. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:


Voor de BBZ in geval van een te laag inkomen:

  • De klant is geboren voor 1960,
  • Er dient te worden voldaan aan het urencriterium d.w.z. dat ten minste 1225 uur is gewerkt in het voorgaande jaar in het bedrijf of dat er de afgelopen 5 jaar ten minste 4 jaar in het bedrijf is gewerkt. Voor detail zie hier,
  • Het inkomen uit het bedrijf is minder dan de bijstandsnorm (indicatief ~€ 1000 voor alleenstaanden, ~€ 1.500 voor meerpersoonshuishoudens) maar meer dan € 8.086,
  • Het bedrijf bestaat voor de aanvraag langer dan 10 jaar.

Voor de IOAZ in geval van bedrijfsbeëindiging :

  • De klant is tussen de 55 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd.
  • De klant heeft ten minste 10 jaar als zelfstandige gewerkt, of de klant heeft de afgelopen 3 jaar als zelfstandige gewerkt en bent daaraan voorafgaand 7 jaar in loondienst geweest.
  • De klant heeft 1225 uur of meer per jaar in zijn eigen bedrijf gewerkt,
  • Het gemiddeld inkomen van de afgelopen 3 jaar is minder dan € 26.455,00 (per 1 juli 2021) en is bij voortzetting van het bedrijf naar verwachting minder dan € 27.551,00 (per 1 juli 2021).

Daarnaast zijn er aanvullende voorwaarden zoals de hoogte van het Eigen Vermogen, Nederlanderschap e.d.

Vormen van aanvulling in geval van de BBZ:

Er zijn twee vormen van aanvulling:

Inkomensaanvulling

Hierbij wordt het inkomen aangevuld tot bijstandsniveau (dat afhankelijk is van de gezinssamenstelling),

Verstrekken Bedrijfskapitaal

In geval van noodzakelijke investeringen kan een bedrijfskapitaal worden verleend. Deze is afhankelijk van de leeftijd van de aanvrager, het eigen vermogen en de status van de onderneming (al dan niet starter). Het bedrijfskapitaal kan als gift of als rentedragende lening worden verstrekt. Meer informatie hierover is hier te vinden. Meer informatie hierover is hier te vinden.


De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan.

Tools

De rijksoverheid heeft een BBZ/IOAZ ontwikkeld waar ook een tool staat waarmee bepaald kan worden wat de mogelijkheden zijn t.a.v. BBZ/IOAZ. Deze is hier te vinden

Effect van de maatregelen in verband met Corona

Door de corona crisis zijn maatregelen getroffen voor ZZP-ers in geval van direct inkomensverlies. Dit zijn de Tijdelijke overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO 1 en 2) en Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS). Meer informatie over deze maatregelen kun je opdeze pagina lezen.