Hoge energieprijzen (2023)

Uit SchuldhulpHulp
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In 2021 zijn de prijzen van brandstoffen enorm gestegen. Was de inkoopprijs van een kuub gas begin 2021 rond de € 0,17, in december piekte die rond de € 1,37 terwijl op 16 januari 2022 de inkoopprijs € 0,92 bedroeg. Voor andere brandstoffen geldt ongeveer hetzelfde. Als je ervan uitgaat dat ieder huishouden begin 2021 tussen de 5 en 10% van het inkomen (Nibud) kwijt was, dan hakt de stijging er behoorlijk in. 

Opbouw energierekening

De energierekening die je betaalt bestaat uit de volgende onderdelen (Stadsverwarming is even buiten beschouwing gelaten voor de eenvoud):

  • Kosten voor het gebruik van het netwerk en de infra zoals transport, kosten aansluiting, meter etc. (vast bedrag),
  • Kosten voor het gebruik van de energiedrager, de hoeveelheid energie die je verbruikt (flexibel),
  • Daarnaast betaal je belasting over je verbruik (de energiebelasting) en
  • Krijg je een vast bedrag aan korting op die energiebelasting.

Schematisch en vereenvoudigd ziet het er als volgt uit (voor zowel gas als electra):

Soort kosten Item Bedrag/maand Totale kosten/Maand
Vast
Vaste leveringskosten € 5


Netbeheerkosten € 23


Subtotaal vaste kosten


€ 28
Belasting (vast) Vermindering energiebelasting


- € 34





Flexibel
Verbruik € 82


Belasting verbruik (~ 20%) € 16


Subotaal Flexibel


€ 98





Totaal



€ 92

Maatregelen hoge energieprijzen

Per 1/1/2022 heeft de overheid ter compensatie van de hoge prijzen de "energiebelasting" verlaagd:

  • Op het flexibel verbruik door verlaging van de energiebelasting op electra van € 0,114 naar € 0,045 (flexibel)
  • Op de vaste lasten door een verhoging van de "vermindering energiebelasting" met € 265,-- (vast)

Verder is de energiebelasting op het verbruik van gas (flexibel) met € 0,02 verhoogd. 

Voor huishoudens met een gemiddeld verbruik van 1170 m3 gas en ruim 2.384 kWh elektriciteit betekent dit (alleen in 2022) een daling van de belastingen van totaal ca. € 400 op jaarbasis. Zie deze pagina voor meer info. 

Aanvullende maatregelen voor (bijna) minimuminkomens

Daarnaast is extra geld vrijgemaakt voor gezinnen met een (bijna) minimuminkomen. Zij kunnen bij de gemeente een extra bijdrage krijgen van € 200. Wie hieronder vallen en hoe dit wordt aangepakt verschilt per gemeente. Zodra hier meer over bekend is wordt dat op deze pagina vermeld. Zie deze pagina voor meer info.

Effecten voor specifieke groepen

Op voorhand kan gesteld worden dat iedere Nederlander last heeft van de gestegen prijzen. Mensen met een hoger inkomen kunnen de energieprijsverhoging lijden. Het gaat juist om de groepen met geldzorgen. Verder zijn mensen met een langdurig energiecontract  dat niet op korte termijn afloopt voorlopig beschermd tegen prijsverhogingen mits hun energieleverancier niet failliet gaat. 

De genomen maatregelen lossen ten dele de effecten van de prijsverhoging op. Minder energie gebruiken of op andere uitgaven besparen is de enige mogelijkheid. Daar valt verder weinig aan te doen.

Mensen met schulden en betalingsregelingen

Hier is wellicht ruimte door opnieuw het budgetplan op te stellen en te heronderhandelen met crediteuren over aanpassing van de betalingsregeling.

Mensen in de schuldsanering / waar (loon)beslag op van toepassing is

Specifiek voor deze groep zijn er geen (aanvullende) maatregelen. Deze mensen leven in feite op bijstandsniveau en als zij niet vallen onder de voorwaarden voor de regeling voor minimum inkomens komen zij nog moeilijker rond. Op die regeling zou evt. toch een beroep kunnen worden gedaan omdat de aantoonbaar hogere woonlasten waarschijnlijk niet waren voorzien bij het bepalen van het Vrij te laten Bedrag (schuldsanering) of de Beslagvrije Voet (loonbeslag). Dit zal met respectievelijk Gemeente of Deurwaarder dienen te worden besproken (en evt. hogerop bij de Rechter Commissaris).

Zie ook deze pagina van Bureau WSNP.